Wie is de nieuwe investeerder?

Investeerders zien te weinig aanbod van goede businessplannen en de opkomst van een nieuwe generatie investeerders. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van een recent onderzoek naar de stand van zaken op de Nederlandse informal investors markt.

Genoeg informeel kapitaal voor ondernemers in de markt

Investeerders voor startende bedrijven zijn heel hard nodig. Al sinds jaar en dag is de financiering van startende bedrijven in Nederland een probleem. Vooral veel creatieve en technostarters komen nauwelijks in aanmerking voor externe financiering vanwege hun hoge risicoprofiel en het gebrek aan zekerheden. Banken geven vaak niet thuis en ook familie en vrienden met voldoende spaargeld zien het niet altijd zitten om te investeren.

Als gevolg van de crisis en de strengere richtlijnen ten aanzien van kredietverstrekking zijn banken uiterst voorzichtig geworden. Zelfs veel groeibedrijven (waar al wel sprake is van omzet en cashflow) krijgen op dit moment vaak ‘nee’ te horen bij hun financieringsaanvraag. Uit een onderzoek van het EIM in 2010 bleek dat meer dan de helft van alle ondernemers in Nederland (grote) problemen heeft met de financiering van zijn bedrijf. Investeerders zijn voor deze grote groep starters een van de weinige oplossingen om aan startfinanciering te komen.

Slechte businessplannen

Door de haperende markt voor bancaire financiering is de rol van particuliere investeerders (ook wel business angels of informal investors genoemd) steeds belangrijker geworden de afgelopen jaren. Met als belangrijk verschil dat investeerders meestal risicodragende vermogen te beschikking stellen – in ruil voor aandelen en zeggenschap – terwijl het bij een bank altijd gaat om een lening – die met rente moet worden terugbetaald.

Niet alleen de vraag naar kapitaal van informals is toegenomen, ook het aanbod is verruimd. Vermogende particulieren die teleurgesteld zijn geraakt door de aandelenbeurs overwegen andere investeringsmogelijkheden waaronder het rechtstreeks investeren in een bedrijf als business angel. Daarnaast zijn er de afgelopen tien jaar veel nieuwe investeerders bijgekomen in de vorm van succesvolle IT- en internetondernemers die hun bedrijf voor veel geld hebben verkocht. Toch heeft dit gek genoeg de afgelopen jaren niet tot heel veel meer deals geleidt. Een veel gehoorde klacht van informals is namelijk dat de kwaliteit van de businessplannen nog altijd slecht is.

Dit blijkt uit een recent onderzoek van het Business Angel Network Nederland (BAN Nederland) naar de stand van zaken op de Nederlandse markt voor informal investing. ‘Tachtig tot negentig procent van de plannen kan zo de prullenbak in’, zegt Harry Helwegen, voorzitter van de BAN Nederland. ‘Zij zijn niet goed doordacht en niet goed doorgerekend. Soms zijn ondernemers ook gewoon slecht. Dan denken ze dat ze ondernemer zijn, maar zijn ze het niet.’ Ondernemers zijn vaak ook niet goed voorbereid op onderhandelingen met de investeerder. Ze hebben dan geen geld over gehad voor een adviseur en dat breekt ze op. Andersom klagen ondernemers volgens Helwegen nog wel eens dat investeerders met overdreven eisen komen. ‘Zij zijn dan niet investor-ready. Dat is ook niet juist. Aan beide kanten van de markt dient nog wel iets te gebeuren.’

Particuliere investeerders

Ondanks de toename van het aanbod en vraag naar risicodragend vermogen blijkt de markt voor informal investering in Nederland ondoorzichtig en gebrekkig te functioneren. Veel informeel kapitaal weet door gebrek aan kennis en slecht functionerende matching haar weg niet te vinden naar ondernemers. Aan de andere kant zijn ondernemers niet voldoende op de hoogte van de mogelijkheden van in formeel kapitaal. Dat was twee jaar gelden ook de belangrijkste reden om BAN Nederland op te richten, een koepelorganisatie van 12 business angel netwerken die samen zo’n 1.500 informal investors vertegenwoordigen. Om beter inzicht te krijgen in de markt voor informal investing werd eind vorig jaar een zogenaamde ‘nulmeting’ uitgevoerd onder ruim honderd particuliere investeerders. Dit onderzoek moest allereerst een beter inzicht geven in het profiel en de motieven van de (gemiddelde) investeerder. Daarnaast is ook gekeken naar het functioneren van de markt voor informele financiering.

Hoewel de gemiddelde informal investor niet bestaat, blijkt uit het onderzoek in ieder geval ruim 95 procent van de informals een man te zijn en liefst 90 procent van hen kan als (oud-)ondernemer worden aangemerkt. Verreweg de meeste investeerders (92 procent) zijn tussen de 40 en zeventig jaar oud. Twintig jaar geleden waren het volgens investeerder Bernd Mintjes, oprichter en directeur van de Maxwell Groep vooral vijftigers en zestigers die hun bedrijf verkochten, maar dat is de afgelopen twintig jaar veranderd. ‘De voorbije twee decennia heeft wel een verjonging plaatsgevonden. Rond het jaar 2000 is een golf van jonge jongens die geld had verdiend met de verkoop van hun IT-bedrijf toegetreden tot de club van investeerders.’

Ook Hendrik van der Meulen van KplusV, ziet een verandering in de informalpopulatie: ‘Er zijn steeds meer internet investeerders, ondernemers die hun geld online hebben verdiend. Dit zijn ook vaak jongere investeerders die met andere businessmodellen hebben gescoord en ook andere expertise in huis hebben.’ Daarnaast verwacht Van der Meulen dat het aantal vrouwelijke investeerders de komende jaren zal stijgen. ‘Er zijn inmiddels al speciale netwerken voor vrouwen. Bovendien nemen vrouwen steeds vaker topposities in bij ondernemingen. Dat zijn ook potentiële investeerders.’

Financieel rendement van investeerder

Veruit belangrijkste reden voor investeerders om te investeren is het financiële rendement op langere termijn. Daarnaast spelen ook de uitdaging en de persoonlijke relatie van de informal met de ondernemer een belangrijke rol. Van der Meulen geeft nog enkele redenen om investeerder te worden: ‘Het is een manier om dromen van iemand anders te realiseren. Beleggen is bovendien best saai als je ondernemen gewend bent. Het is leuker om je kennis en netwerk in te zetten.’

De meeste informals hebben hun vermogen verkregen met de verkoop van hun bedrijf. Dat geld hebben ze voor een gedeelte in aandelen, obligaties en vastgoed gestopt en daarnaast investeren ze ongeveer tussen de 10 en 20 procent van hun vermogen rechtstreeks in bedrijven. Iets meer dan de helft van de investeerders heeft minder dan een half miljoen euro beschikbaar voor risicodragende investeringen. Drie op de tien heeft een beschikbaar vermogen van meer dan een miljoen euro. Van de onderzochte investeerders die zich ‘ervaren’ mogen noemen, heeft maar 20 procent één participatie, terwijl 80 procent dus investeert in meerdere bedrijven (gemiddeld 6,5). Vier van de vijf investeringen is niet groter dan 200.000 euro.

Professionele business angel

De opkomst van de nieuwe generatie investeerders heeft ook tot een flinke professionaliseringslag geleid. Terwijl de oude garde soms wat hobbymatig met zijn investeringen omsprong – gevoed uit sympathie en de gunfactor jegens de startende ondernemer waarin hij zichzelf in de beginjaren wel herkent – zijn de jongere business angels over het algemeen veel zakelijker ingesteld. ‘Het charitatieve is er wel vanaf’, zegt Mintjes. ‘De afspraken worden ook steeds stringenter. “Betaal me maar terug als de winst toereikend is”, horen we niet veel meer. Ik verwacht de komende vijf jaar een verdergaande professionalisering. Informal investing gaat een vak worden, een serieuze bezigheid. Er zijn nogal wat investeerders die de afgelopen jaren hun neus hebben gestoten omdat ze te gemakkelijk zijn ingestapt of hun investering te weinig hebben gemonitord. Die realiseren zich dat je er niet komt met af en toe een bakje koffie drinken.’

Ondanks een professionelere benaderding blijft investeren een risicovolle bezigheid. Wie investeert als business angel moet wel tegen zijn verlies kunnen. Bedrijven waarin wordt geïnvesteerd kunnen failliet gaan. ‘Dat hoort er nu eenmaal bij als je risico neemt. Om diezelfde reden is het ook zaak je vermogen te spreiden. Wil je zekerheid, stop je spaargeld dan maar lekker in een aandelenfonds’, aldus Mintjes, zelf al twintig jaar informal investor. ‘Dan is dit spel niet voor je weggelegd.’

Om hun risico te spreiden vormen informal investors steeds vaker groepjes (angelnetwerken) waarin ze in groepsverband opereren. Enerzijds geeft dit een grotere financiële armslag en kunnen kennis en ervaring met elkaar worden gedeeld. Anderzijds is het gemakkelijker om interessante bedrijven te vinden en kunnen risico’s beter worden gespreid. In de praktijk zijn veel business angels daarom zelfs lid van meerdere netwerken. Nederland telt op dit moment 12 Business Angel Netwerken (BAN) die zich gezamenlijk weer hebben georganiseerd in het al eerder genoemde Business Angel Network Nederland. De meeste van deze angelnetwerken komen maandelijks bij elkaar. Vaak wordt zo’n bijeenkomst afgesloten met een diner waarbij enkele ondernemers hun businessplan of participatievoorstel mogen pitchen voor actieve investeerders in Nederland. Afhankelijk van de belangstelling kunnen vervolgens een of meerdere individuele informals besluiten om op een voorstel in te gaan.

Anderhalf miljard euro aan private equity

Een veel gehoorde klacht onder informal investors is dat de overheid een veel actievere rol zou kunnen spelen. Volgens Mintjes zou de overheid informal investing veel meer moeten stimuleren. ‘De overheid lanceert wel fondsen en kredieten, maar geld is niet het probleem. Zij hanteert een verkeerd instrumentarium voor een verkeerde groep bedrijven. De overheid zou haar best moeten doen om het aantal matches van vraag en aanbod te laten toenemen. Bijvoorbeeld door business angels op te leiden. Anders dichten we het gat niet.’

Business Angel Mintjes wijst op het feit dat in sommige Europese landen mislukte investeringen aftrekbaar zijn van de belasting. Nederland loopt internationaal gezien ook nog behoorlijk achter. In Engeland is één op de 3.400 inwoners een particuliere investeerder, in Nederland naar schatting één op de 17.000. Maar ook ten opzichte van de ons omringende landen lopen we achter. Helwegen: ‘Toch is er geen reden te bedenken waarom het hier minder moet zijn dan in andere landen. Iedere ondernemer die de afgelopen jaren zijn bedrijf heeft verkocht is een potentiële investeerder, dan praat je toch al gauw over een paar duizend ondernemers. Als je het zo bekijkt hangt er nog anderhalf miljard euro aan informeel kapitaal boven de markt.’

Ben jij op zoek naar een investeerder?

Wij helpen met investeerders zoeken die kunnen investeren in jouw (startende) onderneming. De Breed en Partners koppelt via Investormatch investeerders en bedrijven aan elkaar. Neem voordat je contact opneemt ook dit artikel door met 11 vragen die een investeerder kan stellen.

Meer vragen? Neem contact op!

Wij gaan graag met jou in gesprek om antwoord te geven op jouw vragen. Neem vrijblijvend contact op via info@investormatch.nl